home

Home

Bsb thema: Bewijsmiddelen

Het overgangsrecht zorgt er voor dat de thema´s en de praktijkervaring uit het verleden voorlopig nog gekoesterd blijven. Doe uw voordeel met bijdragen uit de goede oude tijd. Beoordeel wel altijd de toepasbaarheid in de huidige Bbk tijd!

Bewijsmiddel bij het toepassen van grond en bouwstoffen

Bij de toepassing van grond en bouwstoffen dient de gebruiker dit voorgenomen gebruik in een aantal gevallen te melden aan het bevoegde gezag [zie noot 1]. Bij de melding dienen gegevens te worden verstrekt [2] waarmee de gebruiker kan aantonen dat de grond of bouwstof voldoet aan de eisen van het Bouwstoffenbesluit. Voor een aantal soorten grond en bouwstof bestaat er geen meldingsplicht, maar kan het bevoegde gezag wèl de betreffende gegevens opvragen. Voor het aantonen dat de grond of de bouwstof voldoet aan de eisen bestaan er een drietal soorten bewijsmiddelen, de erkende kwaliteitsverklaring, een partijkeuring volgens het besluit of overige bewijsmiddelen. NB: bij het toepassen van bouwstoffen is bij het onvoldoende of onvolledig melden het stellen van een dwangsom mogelijk c.q. is het overleggen van kwaliteitsgegevens conform artikel 9 van het besluit middels een dwangsom afdwingbaar.
De erkende kwaliteitsverklaring:
De erkende kwaliteitsverklaring is een op basis van certificering van het product afgegeven kwaliteitsverklaring, zijnde aan attest of productcertificaat, die door de Minister is erkend [3]. Het product wordt hierbij door de certificerende instelling (C.I.) aan de hand van een nationale beoordelingsrichtlijn (NBRL) gecontroleerd. Kenmerk van de erkende kwaliteitsverklaring is dat het bevoegde gezag deze als voldoende bewijs móet accepteren.
Een voorbeeld is BRL SIKB 9335, de nationale beoordelingsrichtlijn voor het KOMO® Attest-met-productcertificaat en het NL-BSB®-certificaat voor grond. Voor een beschrijving van BRL SIKB 9335 verwijzen we naar de site van SIKB.
Naast productcertificaten bestaan er ook procescertificaten. Een kenmerk van een productcertificaat is dat de certificaathouder verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het geleverde product en daarop aanspreekbaar is (dit is b.v. het geval bij BRL SIKB 9335). Bij een procescertificaat is de certificaathouder alleen aanspreekbaar op de kwaliteit van dit proces en niet het geleverde product (b.v. bij BRL SIKB 1000).

Partijkeuringen volgens het besluit [4]:
De gebruiker kan ook een keuringsrapport overleggen, dat concreet betrekking heeft op de gehele partij van de grond of bouwstof zoals die in het werk wordt gebruikt, en dat is opgesteld overeenkomstig de bij of krachtens het Bouwstoffenbesluit gestelde regels. De gekeurde partij is dan tevens de te gebruiken partij; er is sprake van een partijkeuring in de strikte zin van het woord. Aan een dergelijke partijkeuring zal, gelet op de representativiteit van de keuring, door het bevoegde gezag in de praktijk een bewijskracht kunnen worden toegekend vergelijkbaar met die welke de erkende kwaliteitsverklaring op grond van het Bouwstoffenbesluit heeft. Een wezenlijk verschil met een bouwstof waarvoor een erkende kwaliteitsverklaring is afgegeven, is dat bij een bouwstof die als partij is gekeurd het bevoegd gezag inhoudelijk moet kunnen toetsen of de partijkeuring volgens de daartoe gestelde eisen in het Uitvoeringsbesluit Bsb heeft plaatsgevonden. Voor een beschrijving van de partijkeuring conform BRL SIKB 1000 verwijzen we naar de site van SIKB.

Overige bewijsmiddelen:
Het kan voorkomen dat een bouwstof niet voorzien is van een erkende kwaliteitsverklaring – het product wordt dan niet onder certificaat geleverd – en dat er ook geen partijkeuring is uitgevoerd. Het dient hierbij opgemerkt dat niet alle bewijsmiddelen acceptabel zijn in het kader van het Bouwstoffenbesluit. Het hanteren van ‘overige bewijsmiddelen’ is alleen mogelijk onder de voorwaarden dat:
– de gebruiker beschikt over positieve resultaten van een partijkeuring die geheel volgens de eisen van het Bouwstoffenbesluit is uitgevoerd;
– de toe te passen partij bouwstof een aantoonbare relatie heeft met de hiervoor bedoelde partij.
Bij twijfel kan het bevoegde gezag altijd aanvullende informatie vragen tot maximaal gelijk aan het niveau van de partijkeuring.

[1] Art. 11.1[2] art 11.7 en bijlage 3[3] nota van toelichting 4.2.1[4] nota van toelichting 4.2.3

Dit artikel werd december 2006 op onze site geplaatst.

Bij het samenstellen van onze website is zorgvuldig gewerkt. Wellicht ten overvloede willen wij echter opmerken dat de inhoud hiervan geen juridische status heeft en hieraan dan ook een rechten kunnen worden ontleend.